MoM&e Magazine

17 De melkstroom bij het drinken uit de borst is niet constant en kan variëren in snelheid; soms is het snel en dan weer traag. Als de melkstroom aan de borst traag gaat moet je baby zuigen en werken om de melkstroom weer op gang te brengen. Op deze manier stilt je kindje niet alleen honger maar ook zuigbehoefte! Bij het drinken via een fles is de melkstroom zeer constant. De grootte van de flessenspeen bepaalt de snelheid van de melkstroom. Door je baby met een speen te voeden kan het zijn dat deze meer voeding krijgt dan nodig is. Dit komt omdat je baby, als het buikje vol is, blijft zuigen om aan zijn of haar zuigbehoefte te voldoen. De melkstroom die je baby ervaart bij het drinken uit de borst of bij het drinken via een fles zijn heel verschillend. Let op de voedingssignalen die je baby geeft in plaats van het voeden via een tijdschema. Deze voedingssignalen zijn: een baby die rusteloos wordt, op zijn vingers zuigt of zijn hoofd heen en weer beweegt. Oudere baby’s kunnen huilen en zijn moeilijker te troosten zonder voeding.  Probeer eerst een luierwissel, knuffelen of een rondje wandelen. Pas als je baby duidelijk honger heeft, bied dan voeding aan.  Houd je baby rechtop en ondersteun het hoofdje en nekje met je hand in plaats van met je arm.  Gebruik een speen met langzame stroom.  Strijk de speen voorzichtig langs het midden van de lippen van je baby onder de neus. Dit moedigt jouw baby aan om de mond wijd te openen en de speen zelf in de mond te trekken naar het verhemelte. Op het verhemelte ligt het plekje wat de zuigreflex uitlokt (op de tong ligt de kokhalsreflex). Duw de speen niet in de mond van de baby, maar laat je baby deze pakken.  Kantel de bodem van de fles net ver genoeg omhoog zodat de melk de speen kan vullen. Naarmate het voeden vordert, leunt de baby steeds wat verder naar achteren, zodat de speen gevuld blijft met melk.  Houd het hoofd en de nek van de baby op één lijn. Aan het begin van de voeding staat de fles meer horizontaal en aan het einde van de voeding staat de fles bijna verticaal.  Gun je baby een pauze tussen het drinken. Dit voorkomt dat je kindje te veel en te snel drinkt.  Laat je baby beslissen wanneer deze voldaan is. Het kan zijn dat je baby de fles niet helemaal leeg wilt drinken. Als je voeding per fles geeft zorg dan dat je deze horizontaal aanbiedt, zo kan je baby rustig drinken en zelf zijn/haar tempo bepalen. Je kunt de baby in zijligging voeden tot je kindje 4-6 weken oud is. Vanaf ongeveer 6 weken kun je de baby ook rechtop voeden. Gebruik hiervoor een fles met een langzame stroom en een smalle hals. Voedingssignalen en voedingstips Voeden met een fles DOOR: CHELLA VERHOEVEN EN SUSAN MERKUS-TAMBACH IBCLC 16

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=